Voornemens

Van de pasta dampen kleine wolkjes omhoog, tot de wasem vervliegt. Pam en ik kijken naar de condens die verdwijnt en zijn allebei te moe om daar een metafoor aan te hangen.

Het nieuwe jaar ligt slechts een paar dagen verderop en omdat Pam en ik vooral doorgewerkt hebben aan deadlines (zij aan haar videokunst en illustraties, ik aan mijn schrijfwerk) zijn we vooral uitgeput, lusteloos en afgepeigerd. De kerstdagen en familieverplichtingen hebben ook flink uit ons energievaatje getapt.

Om bij te komen en niet te verzanden in gesomber hebben we een eetafspraak gemaakt en een verboden woord afgesproken: werk. En liefde, hadden we later nog bedacht. Dood, appte ik later ook nog naar Pam.

‘Goede voornemens zijn voor mensen die teleurstelling proberen om te zetten in beloftes,’ constateert Pam na vijf minuten stilte, alsof ze antwoord geeft op iets dat ik net gezegd heb, terwijl ik net zo stijf had gezwegen als zij. ‘Ik had me voorgenomen om me minder druk te maken, maar als ik aan dat voornemen denk, maak ik me eigenlijk al weer druk om het feit dat me dat toch niet gaat lukken.’

‘Ik kijk liever niet terug, omdat ik vooral de dingen zie die ik niet heb gedaan,’ mompel ik, prik een stukje courgette aan mijn vork en draai het stukje groente zonder reden in de rondte. Dan leg ik het weer op mijn bord en tik het heen en weer met de zijkant van mijn vork. ‘En ik doe al helemaal niet aan goede voornemens.’

‘Niet met je eten spelen,’ sommeert Pam stellig en heft haar vinger als een moeder. Ik ben te moe om haar toe te bijten dat ze mijn moeder niet is, maar als ik naar haar kijk, schiet ze al in de lach. ‘Oh, en we zouden ook niet somberen, weet je nog?’ zegt ze door haar lachen heen.

Dus ik schud van ja, sluit mijn ogen heel even en drink daarna het laatste beetje wijn dat in mijn glas wacht op. Pam schuift haar halfvolle glas wijn over de tafel naar me toe. ‘Ik hoef niet meer, ik ben al aangeschoten,’ giechelt ze, als een klein meisje.

‘Het was een slecht jaar,’ constateert Pam ineens, terwijl haar gezicht meteen weer in een serieuze plooi is gevallen. ‘Een slecht jaar voor de vrede.’ Ik knik. ‘En wat doen wij er dan nog toe, eigenlijk? Waarom zouden we volgend jaar nog ons best doen? Ik ben nu al zo moe dat ik me afvraag hoe ik de volgende maand doorkom, laat staan het hele jaar.’

Nog voor ik Pam weer wil herinneren aan de woorden die ze een paar zinnen geleden had uitgesproken, staat ze op en opent mijn koelkast. Ze pakt een pak sap, sluit de deur weer, kijkt even naar een briefje dat op mijn koelkast is geplakt.

‘Ik dacht dat jij niet aan goede voornemens deed?’ vraagt ze en tikt met haar vinger op het briefje: Blijf in leven is erop geschreven.

‘Dat heb ik niet zelf bedacht,’ antwoord ik, ‘maar ik vond het wel een goed voornemen vorig jaar. En het is gelukt!’ jubel ik en steek mijn duim omhoog als een boomer.

‘Bijna gelukt,’ verbetert Pam me, ‘nog een paar dagen.’ Ik klop drie keer af op de tafel om iets te voorkomen. Pam doet hetzelfde en kijkt me even aan, haar blik is indringend en verraadt een soort angst. Ik sta op, pak een pen en scheur een post-it van het blok af. Na wat gekrabbel druk ik het briefje met een klap op de koelkast.

‘Zo,’ zeg ik en ga weer zitten. ‘Nu heb jij ook een voornemen voor volgend jaar. Het is mij dit jaar ook gelukt, dus dit moet voor jou ook te halen zijn. En over een jaar kom je op precies dezelfde dag weer bij me eten. Als je dan aanbelt, weet ik dat het gelukt is en dat zullen we vieren.’

Foto van Twan Vet
Twan Vet

Twan Vet (1998) schrijft poëzie, proza en liedteksten.

Zijn gedichten verschenen eerder in literaire tijdschriften zoals De Revisor, DW B en Het Liegend Konijn en in kranten zoals NRC en het AD. In 2022 verscheen DEMarrage, een uitgave van het literaire tijdschrift Deus Ex Machina en in 2024 verscheen Dag stad bij uitgeverij Klapwijk en Keijsers.

Van 2021 tot 2024 was Twan stadsdichter van Amersfoort.

Hij blogt wekelijks voor Tirade.

Foto: Roderique Arisiaman

In de Oorshop

De tijd nooit, helaas

(De wereld in stukken 48)

Napoleon zou gezegd hebben over zijn streven naar onsterfelijkheid door verovering:

Ruimte kunnen we heroveren, tijd nooit. (of, met zwaar Corsicaans accent uitgesproken: Pour l’espace, nous pouvons toujours le regagner. Le temps perdu, jamais.) Als Napoleon zijn eigen terrein voor een veldslag koos, zo hebben krijgshistorici achterhaald, dan won hij. Zijn tragiek is dus dat je niet altijd iets te kiezen hebt.

Op deze kaart een land van mijn keuze, New Zealand, een land dat tot mij spreekt op de manier waarop Rusland dat tot Nabokov doet in zijn memoires Speak, Memory: in de taal van gelukzaligheid. Dat is enerzijds particuliere biografie – ik reisde er met vrouw en zoontje van twee jaar eens maanden rond – maar dat is ook wereldwijd, zeker nu, de positie van het land: het is zover van veel rottigheid verwijderd dat het een veilige haven lijkt. De rijken der aarden kopen er een stukje land voor als the shit hits the fan.

Twee steden op het Noordereiland, Napier en Hastings werden in 1931 vrijwel met de grond gelijkgemaakt door een enorme aardbeving. Ze werden wederopgebouwd in de dan vigerende bouwstijl: het Art Deco. Dat is misschien Nieuw-Zeeland in een notendop voor de reizende Europeaan: iets onverwachts, schitterends en met een recente geschiedenis. Art Deco onder een blauwe hemel nabij wijnvelden. Natuurlijk poets ik alle problemen weg. Maar dat doe je met herinneringen vaker. Het zoontje van twee heeft er een levendige herinnering aan: dat hij een houtblok naar mijn hoofd gooit. De noodzakelijke vadermoord begon vroeg.

Recente geschiedenis? Ja, een combinatie van Maori-mythologie en koolstofdatering leidt de historici via Kupe, de Polynesische ontdekkingsreiziger, tot het inzicht dat er sinds ongeveer 1280 mensen wonen op Aotearoa, het Land van de Langwerpige Wolken, zoals de Maorinaam voor Nieuw-Zeeland luidt. Dat is kortgeleden. Ik zag een Kauri boom van 2000 jaar oud. De oudste bomen in dit land hebben een naam, deze heet Tāne Mahuta. De woudreus leefde dus een gelukzalige jeugd zonder mensen.

[…] Vond je het reusachtig veel, duizend morgen land? Vond je hem reusachtig groot, de aarde?
Vond je het zo’n heksentoer, te leren lezen?
Vond je het zo geweldig van jezelf als je gedichten wist te snappen?

Blijf hier bij mij, vandaag en vannacht, en je zult de oorsprong van alle gedichten verwerven,
Je zult het goede der aarde en dat van de zon verwerven… er zijn nog miljoenen zonnen te geef,
Je zult voortaan niets uit de tweede of derde hand aannemen… noch door de
            ogen van de doden kijken… je zult je niet meer voeden aan de schimmen in boeken,
Je zult ook niet door mijn ogen kijken, noch van mij iets aannemen,
Je zult luisteren, alle partijen aanhoren en ze filteren door jezelf heen. […]

(Walt Whitman Leaves of Grass, vertaling Anneke Brassinga)

Nieuw Zeeland heeft iets Whitmannerigs: een soort groot verlangen, en diep ademen en voluit leven. Iets verwachtingvols. Iets waarin verleden en toekomst samenkomen.

Dat is dus wat we zien als we naar een wereldkaart kijken: een wereld van verhalen, ja, maar vooral een centraal punt in de tijd waarin herinnering en voornemen samengebald zijn. De plaatsen waar je geweest bent naast de plekken waar je nog hoopt te komen. Een wereldkaart formuleert in een oogopslag ons verleden en onze toekomst.

Lezen:

Frank Sargeson Stories
John A. Lee Children of the Poor
Vladimir Nabokov, Speak, Memory
Katherine Mansfield Puur geluk

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Stapvoets

20 december 2023 gaat de geschiedenisboeken in als de dag waarop het definitieve vonnis van twintig jaar celstraf werd uitgesproken tegen Desi Bouterse, in de hoger beroep procedure. De Krijgsraad had hem al in 2019 tot 20 jaar celstraf veroordeeld. Bouterse is niet komen opdagen op de zitting, zoals op alle andere. Er is geen onmiddellijke gevangenneming geëist, maar het vonnis moet wel ten uitvoer worden gebracht. Hiermee is een einde gekomen aan het 8 december proces dat in 2007 begon. Het proces met betrekking tot de moord op 15 vooraanstaande  Surinamers. Dit proces werd vele malen vertraagd, en er is zelfs geprobeerd het te stoppen door een amnestiewet, maar het is toch gelukt de zaak af te ronden. Op social media betuigden de aanhangers van Bouterse hun medeleven voor hun leider, terwijl anderen hun steun betuigden voor de rechtsgang.

De hele week was er een zekere spanning te voelen richting de uitspraak. In verschillende gesprekken, op het werk, in vriendenverband, maar ook op straat was het hoofdonderwerp de uitspraak. Maar ook over wat de consequenties kunnen zijn, welke mogelijke scenario’s zich zouden voltrekken, zoals eventuele vrijspraak, veroordeling met of zonder gevangenneming, gratie en wat de aanhangers zouden doen als de uitspraak hen niet zinde, zoals herrie schoppen. Ook in Nederland waren er vele berichten te lezen over Bouterse en Suriname, niets nieuws, in Suriname zijn we inmiddels eraan gewend dat we in het Nederlands nieuws verschijnen wanneer er iets is misgegaan in Suriname of als we hulp nodig hebben.

Zaterdag, enkele dagen voor de uitspraak, hield Bouterse nog een massameeting voor zijn aanhangers in het partijcentrum Ocer van de Nationale Democratische Partij, NDP. Daarbij maande hij de aanwezigen om rustig te blijven en de uitspraak van de rechter af te wachten. De NDP’ers vroegen Bouterse om niet naar de rechtszaal te gaan.

Dagen na de massameeting en voor de uitspraak hebben velen van ons toch onze planningen zodanig gemaakt dat wij niet naar de binnenstad hoefden of in de buurt van het Hof van Justitie. Op de dag van de zitting zou het laatste ook niet kunnen omdat verschillende wegen in de omgeving van het Hof waren afgesloten. Bedrijven en kantoren daar in de buurt bleven daarom dicht. Sommige ouders hielden hun kinderen uit voorzorg thuis. Gelukkig bleef het op de dag van de uitspraak vrijwel rustig. Het verkeer was kalm, wat ongebruikelijk is enkele dagen voor Kerst en aan het einde van het jaar.

En toen was het zover, ‘twintig jaar celstraf en geen onmiddellijke gevangenneming’. Vrienden, collega’s en kennissen binnen en buiten Suriname appten mij om te vragen wat ik van de uitspraak vond en naar het natraject keek. De Decembermoorden hebben namelijk voor verdeeldheid gezorgd onder de Surinamers, nauwelijks enkele jaren na de verdeeldheid door de onafhankelijkheid van Suriname van Nederland. Deze verdeeldheid tussen de aanhangers van Desi Bouterse en tegenstanders van hem breidde zich in de loop der jaren steeds meer uit, gevoed door angst om over het gebeuren te praten, manipulatie van de aanhangers van Bouterse door bijvoorbeeld het gebeuren zo min mogelijk te behandelen of te laten behandelen op scholen, door het  gebrek aan informatie ook vanuit Nederland en de strijd tussen de twee eerder genoemde partijen. Suriname is een land groot in oppervlakte, maar de samenleving is klein, iedereen kent iedereen.

Er wordt nu gesproken over ‘verzoening’ en ‘heling’, maar de verdeeldheid zal mijns inziens nog jaren blijven. Er wordt weliswaar nu meer gesproken over het gebeuren, er wordt ook meer erover verteld in het onderwijs en er is veel informatie te vinden op het internet, maar toch staan partijen tegenover elkaar. Jarenlang werd er namelijk bewust, maar ook onbewust aangegeven dat je een kant moest kiezen, de kant van Bouterse of de kant van de tegenstanders. Verzoening en heling moeten we niet forceren. Bepaalde processen moet je even ruimte geven om zich rustig te voltrekken. We kunnen wel gesprekken stimuleren waarbij respect hebben voor elkaar en elkaars zienswijze boventoon moet hebben. Stapvoets komen we er wel, door meer te praten en vooral naar elkaar te luisteren.

Foto van Kevin Headley
Kevin Headley

Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.

De kaart als spiegel

(De wereld in stukken 47)

Homoseksualiteit bestaat pas sinds 1912. Dat is althans wat je op mag maken uit de concise edition van Oxford English Dictionary van 1911. Ook kolonialisme en racisme zijn van na die tijd. Want geen wordt vermeld in dat toch uitgebreide werk.

Wat deze kaart toont is tweeledig: het tegelpatroon van invloedssferen – waar geldt welke tijd? – laat meteen het koloniale verleden zien. Maar ook is deze wonderlijke kaart met zijn rondgestrooide eilandrijkjes een belangrijke spiegel geweest voor de overheersende moraal en het denken in ras en richtlijnen voor de ‘juiste’ seksualiteit en genderverdeling. Dat komt eigenlijk voor een belangrijk deel door antropologen uit de school van Franz Boas (1858 –1942) en dan met name door Margaret Mead (1901 –1978) en Ruth Benedikt (1887 –1948). Deze mensen hielpen de volgende edities van Oxford English Dictionary en bij uitbreiding de Westerse – in eigen ogen geciviliseerde samenleving –de eigen wereld minder als absoluut moreel uitgangspunt interpreteren.

(Vraag van een interviewer aan Mahatma Gandhi: ‘What do you think about Western civilization?’ Gandhi: ‘That would be a very good idea!’)

De uit Duitsland geëmigreerde Boas was de vader van het ‘cultureel relativisme’. De eenvoudige maar in zijn tijd bepaald revolutionaire vraag waarom we bijvoorbeeld eigenlijk vinden dat een huwelijk moet ingezegend worden in een kerk en niet tussen mensen van hetzelfde geslacht kan zijn. Waarom we zo lang dachten dat mensen van kleur geen geschiedenis hebben omdat die anders gestructureerd of anders is vastgelegd. Waarom we dus vanzelfsprekend vinden wat we vinden, en geheel andere oplossingen eerst afwijzen.

In het prachtige Gods of the Upper Air van Charles King staat het zo: ‘Dit boek gaat over vrouwen en mannen die zich in de frontlinie bevonden van de grootste morele strijd van onze tijd: de strijd om te bewijzen dat de mensheid – ondanks verschillen in huidskleur, geslacht, bekwaamheid of gewoonte – één onverdeeld iets is. Het vertelt het verhaal van globalisten in een tijdperk van nationalisme en sociale verdeeldheid en de oorsprong van een visie die we nu modern en ruimdenkend noemen. Het is een voorgeschiedenis van de seismische sociale veranderingen van de afgelopen honderd jaar, van vrouwenkiesrecht en de burgerrechtenbeweging tot de seksuele revolutie en gelijkheid binnen het huwelijk, maar ook van de krachten die in de tegenovergestelde richting duwen, richting chauvinisme en onverdraagzaamheid.’ Gods of the Upper Air vertelt het verhaal over een groep antropologen die de wereld uit haar vooringenomen keurslijf hielpen door goed om zich heen te kijken.

Boas, Benedict waren docenten van Mead, de laatste twee op zeker moment geliefden. Samen richten ze hun pijlen onder meer op een aantal van de eilanden op deze kaart: samenlevingen die zo belangrijk verschilden van de hunne, dat gedegen onderzoek over het hoe en waarom ze van belang leek. Een onderzoek dat leidde tot relativisme: hoe het in het westen gaat is niet per se beter. Een duizelingwekkend inzicht in die tijd.

‘De belangrijkste les van de Boas-kring was dat, om deze wereld te begrijpen, we naar de levens van anderen moeten kijken door een empathische bril. We moeten ons oordeel over andere manieren om naar sociale realiteit te kijken opschorten en we moeten zelfs naar onze eigen samenleving kijken met dezelfde onverschilligheid  en scepsis als waarmee we naar afgelegen wonende volkeren kijken.’

Ziedaar de korte definitie van cultuurrelativisme. De wereldkaart bestuderen helpt daarbij. Reizen helpt daarbij, lezen helpt daarbij. Met een beetje goede wil kun je zegen dat dit kaartje ons heeft geleerd wat beter naar onszelf te kijken.

Prisma

Wie kan zeggen wat de wereld is? De wereld
is in beweging, dus
onleesbaar, de winden draaien,
de grote platen verschuiven en veranderen onzichtbaar –

[…]

(uit Louise Glück, Averno vertaling Radna Fabias)

Lezen:

Ruth Benedict The Chrysanthemum and the Sword (prachtige analyse van Japan, bedoeld voor Amerikaanse militairen die na de oorlog daar bleven.)

Margaret Mead Coming of age in Samoa / Growing up in New Guinea (Zie voor Mead ook deze kaart )

Naar kaart 48

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Teddy

Nadim (12) koos voor Londen en daar gingen we. Zijn zus Ada (7) bleef thuis bij oma; voor het eerst sinds haar geboorte waren we alleen op reis met onze zoon, wiens voeten en handen sneller groeien dan ik volgen kan, wiens benen hem elke dag verder de lucht in stuwen.

Omdat Nadim tot vorig jaar naar dezelfde basisschool ging als Ada, bracht en haalde ik ook hem nog elke dag. Sinds hij op de middelbare zit is duidelijk dat hij zijn eigen route kan kiezen, zijn eigen rooster in de gaten houdt en dat misschien al heel lang kon. Alleen op de allereerste dag fietste ik mee naar die nieuwe school in Zuid.

Hij vertrekt later als hij de eerste uren vrij heeft, verschijnt thuis als het daar tijd voor is, gaat zelfstandig naar zijn clubjes. De omslag was totaal en zonder aankondiging. Dit schooljaar markeert het begin van zijn vertrek, het geleidelijke achterlaten van ons als ouders en dit thuis.

Ik denk dat hij voor Londen koos omdat men er de taal van alle liedjes spreekt. Veel plannen voor onze dagen had hij niet; hij leek volmaakt tevreden met het lopen door de drukke straten. Ik had restaurants uitgezocht en we deden een paar trekpleisters aan, maar het mooiste vond hij de eekhoorns in Hyde park. Alerte beestjes met grote vochtige ogen die naar hem toe kwamen om een pinda uit zijn hand te pakken. Twee keer liep hij naar de kiosk voor een zakje noten.

Een halfuur lang was hij volledig in beslag genomen door de eekhoorns die van alle kanten aankwamen. Ik zag de bordjes waarop verzocht werd geen parkdieren te voeren en maakte een foto van mijn jongen die de eekhoorns voerde.

Die beesten hebben een schitterende manier van rennen, met die pluizige staart achter ze aan. Deze metafoor lijkt mank te gaan, maar ik beloof je dat hij klopt: als wollige golfjes. Zo wakker, zijn ze. Alert. Knetterend van het leven.

In een winkelstraat kochten we een baggy broek en een oversized poloshirt dat hij graag wilde. De kleinste herenmaat is hem nu nét te groot.

We namen de ondergrondse en stapten uit in een wijk met een vlooienmarkt, waar we zochten naar een cadeau voor Ada. Bij een van de kraampjes zat een mottige knuffelbeer, die bij nadere inspectie een rugtas bleek: hij had een lange rits over zijn rug, schouderbanden verbonden zijn nek met zijn staartje.

‘Arme Teddy,’ zei B. ‘Het is bijna kerstmis en steeds kouder buiten, maar omdat hij een tas is en geen echte beer neemt niemand hem mee naar huis.’

Nadim pakte de beer op, keek naar het prijskaartje aan zijn oor en legde hem weer neer. Terwijl we verder liepen viel me op hoe stil hij was; zijn pas veerde niet meer en zijn hoofd hing als dat van een losgelaten marionet. Misschien hadden we vandaag te ver met hem gewandeld. We gingen in een biertuin zitten die aan een fraaie oude pub grensde. Ik haalde mulled wine, cola en Guinness.

Als je kind verdrietig is zonder dat je het zag aankomen, klapt de bodem even onder je vandaan. Zoals ik hier al eerder schreef: wij zijn afhankelijker van onze kinderen dan zij van ons. Wie het daar niet mee eens is moet beseffen dat alle kinderen hun ouders verliezen en uiteindelijk verder kunnen.

‘Wat is er?’ zei B tegen Nadim, die alle kanten op keek behalve naar ons.

‘Naadje,’ zei ik. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Nou vind ik het heel erg,’ zei de lange jongen. ‘Van Teddy. Dat niemand hem mee naar huis wil nemen, en dat het dan straks zo koud wordt.’

Een minuutje later rende hij terug naar de kraam met mijn pinpas in zijn hand. Teddy was er nog, maar de verkoopster deed niet aan modern betalen. Vechtend tegen tranen kwam Nadim terug. Ik schoof zijn cola naar hem toe, pinde op de hoek van de straat en liep naar het marktje.

‘You’re a good dad,’ zei de vrouw van de kraam.

You should have given it to him, dacht ik. Maar ik ben dan ook geen handelaar.

Elke echte omhelzing met je kind brengt alle omhelzingen met dat kind weer bij je terug, tot aan het eerste moment waarop je hem in je armen hield. Laat ik het bij mezelf houden: bij mij terug, helemaal tot die eerste keer dat ik mijn zoon vasthield en begreep dat ik nu voor altijd even kwetsbaar was als het teerste waarvan ik hield.

Mensen vragen vaak wat mijn tatoeage betekent. Alles van waarde is weerloos, staat er op mijn armen.

Ik zeg dan dat het een memo aan mezelf is om open te blijven, zacht. Om oog te houden voor wat niet om aandacht schreeuwt maar er wel is. Ik slaag daar helaas niet altijd in.

Misschien had ik het aan de binnenkanten van mijn armen moeten laten zetten, waar ik het vaker zie.

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.

De geschiedenis tastbaar maken met de Iconenkalender

Aandachtige blikken, les krijgen in een andere omgeving, materiaal dat je kunt aanraken en boeken waarin je kunt bladeren – dit zijn indrukken van het scholenprogramma dat onderdeel is van het Iconenkalender-project van het gemeenschapscentrum NAKS. De organisatie heeft dit jaar weer een Iconenkalender uitgebracht. Het is de zevende editie van deze bijzondere kalender, waarop Surinamers die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van Suriname, zijn afgebeeld, inclusief informatie en interessante anekdotes over hen.

Bij de eerste vijf edities van de Iconenkalender lag de focus op Afro-Surinamers. Vanaf de zesde editie werd, na vraag uit de samenleving, besloten ook andere Surinamers te eren voor hun prestaties en bijdrage aan de nationale culturele ontwikkeling. In deze editie van de kalender zijn onder andere historisch schrijver Cynthia McLeod, dierenrechtenactivist Monique Pool, bestuurskundige Sam Polanen, kunstenaar Soeki Irodikromo en mediaman Borger Breeveld opgenomen.

Dit jaar werd mij gevraagd om als vrijwilliger scholieren te begeleiden bij het scholenprogramma. Bij de expositie moet aan de leerlingen verteld worden over de iconen. Vroeg in de ochtend meld ik me aan bij de coördinator van de dag. De leerlingen komen met bussen aan bij NAKS, aan de Thomsonstraat, en nemen dan plaats in de zaal. Ze worden toegesproken door Emmy Hart, directeur van stichting Rumas en tevens icoon van dit jaar. Rumas is een Surinaamse stichting voor de begeleiding van jongens. Na de speech van Hart wordt de groep verdeeld in kleine groepen. Een groep gaat de filmzaal in om naar een film over de iconen van dit jaar te kijken, terwijl de andere groep weer wordt verdeeld in kleinere groepen die zich aanmelden bij de begeleiders. De filmpjes zijn mooi om te zien. Er is veel gebruikgemaakt van archieffoto’s, en bij bepaalde filmpjes van de personen zijn er ook fragmenten van nieuwsuitzendingen of presentaties geplaatst. Ook bij de expositie zijn veel archieffoto’s gebruikt.

We lopen met de leerlingen langs de twaalf panelen waarop de iconen waren afgebeeld, met een tafel ernaast met boeken, stencils en andere attributen over wat de iconen allemaal hebben gebruikt of wat er over hen is geschreven. Bij elk paneel stoppen we en vertellen we wetenswaardigheden over de iconen. De leerlingen mogen ook vragen stellen als ze iets specifieks willen weten.

Het is goed inschatten om binnen dertig minuten te praten over twaalf iconen. De eerste groep die ik begeleid, is vrij stil en zelfs verlegen. Maar ze luisteren wel aandachtig. Nadat de groep uit de filmzaal klaar is, wordt er gewisseld. Nu nemen zij deel aan de rondleiding en gaat de andere groep naar de zaal. De leerlingen van deze groep zijn actiever, stellen vragen en vertellen ook over wat ze van de iconen vinden en over de onderwerpen die de iconen hebben aangepakt. Hart staat bij het paneel waar informatie over haar is geplaatst en gaat daar ook met de leerlingen in gesprek. Een leerling stelt haar de vraag waarom zij ervoor heeft gekozen om jongens te begeleiden, en Hart antwoordt dat ze de ingeving van de Heer heeft gehad. Het is interessant om te zien hoe de leerlingen opleven als je ze prikkelt. Aan het eind spreekt Hart de totale groep weer toe om zich in te zetten voor Suriname, net als de iconen.

Op de tweede dag krijg ik leerlingen van mijn oude school, de Froweinschool. Zij zijn echt nieuwsgierig naar de informatie. Ze stellen vragen zoals welke gedichten Sombra allemaal heeft geschreven en of meneer Armand van Alen nog aan landbouw doet ondanks zijn hoge leeftijd. Na de rondleiding maken ze nog foto’s van enkele van de panelen. Gerda Tjien Fooh gaat aan het eind nog in gesprek met de totale groep over wat ze hebben geleerd over de iconen. Veel leerlingen zijn verlegen om te praten, geven nauwelijks verstaanbaar antwoord, maar geven wel antwoord. Een leerling vertelt dat Monique Pool haar opviel omdat ze zich inzet voor dierenwelzijn en voor natuurbehoud. Deze evaluatiemomenten zijn mooi om te zien, want op die manier kun je horen wat de leerlingen hebben onthouden van de rondleiding. Met popcorn en schaafijs in de hand vertrekken de leerlingen met hun bus weer naar school.

Deze activiteit van NAKS is los van heel bijzonder ook een manier om erkenning te geven aan belangrijke Surinamers en ook de volgende generatie kennis te laten maken met hen of meer informatie over hen te geven. Door vrijwilligers bij het project te betrekken, zorgen zij er ook voor dat het project breed wordt gedragen en dat de vrijwilligers zelf meer informatie krijgen over de iconen.

Deze projecten zijn belangrijk voor Suriname omdat ze prachtig de geschiedenis tastbaar maken voor schoolgaanden, erkenning geven aan markante Surinamers, de samenleving erbij betrekken en ook weer vastlegging van de geschiedenis omdat de kalender ook een collector’s item wordt. Mijn hoop is dat dit prachtige project blijft voortbestaan.

Foto van Kevin Headley
Kevin Headley

Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Anja Sicking
    Anja Sicking

    Anja Sicking schrijft romans en essays. In haar laatste boek, De visionair, onderzoekt ze via de verbeelding
    hoe de toekomst eruit zou kunnen zien.

  • Foto van Gregor Verwijmeren
    Gregor Verwijmeren

    Gregor Verwijmeren studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht en gitaar aan het conservatorium in dezelfde stad. Hij publiceerde fictie in onder meer De Gids en Flash: The International Short-Short Story Magazine. De vorm van geluid, zijn debuutroman, werd uitgegeven door Van Oorschot, en is wereldwijd de eerste roman over tinnitus (en muziek en geluiden) die door een mainstreamuitgeverij is uitgegeven. Gregor werkt momenteel aan zijn tweede roman, waarvoor hij een beurs ontving van het Nederlands Letterenfonds. In april 2021 zal hij Nederland vertegenwoordigen bij het European First Novel Festival in Boedapest (uitgesteld vanwege Covid). Hij is vader van drie kinderen en kookt en tennist graag in zijn vrije tijd.

  • Foto van Lia Tilon
    Lia Tilon

    Lia Tilon (1965) debuteerde in 2002 met de roman Huizen van papier bij Uitgeverij De Arbeiderspers. In 2012 publiceerde Uitgeverij Cossee haar roman Zielhond, in 2017 gevolgd door Archivaris van de wereld. Tilon schrijft romans en korte verhalen. Zij blogt over emigratie en de vraag wat heimwee is. Is heimwee wel verbonden met een plek in je leven, of aan het gevoel dat je had toen je je op die plek bevond? En maakt het wat uit?